woensdag 24 november 2021

Boomspirit


In Katrien maandblad nr 9 van 2021   is een verhaaltje van Minnie Mouse gepubliceerd. Dit is het  eerste verhaaltje dat ik schreef met de beroemde Disney-muizen. 

De tekst in de opdracht mail van de redactie luidde; "Minnie moet stoer en modern zijn, de lengte van het verhaal is 5 pagina’s " Daar kon ik het als schrijver mee doen!

Als je iets schrijft kun je het best dicht bij jezelf blijven, dat is niet voor niks een cliché.  Het levert de leukste verhalen op. Het zijn verhalen die resoneren met de lezer. Je brengt een gevoel over.

Minnie moest dus modern zijn.  Een vriendin van mij deed aan online-yoga. Dat vond ik modern genoeg voor Minnie. Bovendien was het leuk onderwerp voor het verhaal.  Voor mij werkt het het beste om verhaaltjes al tekenend te schrijven. Tekst en tekening ontstaan vrijwel gelijktijdig. Soms is de tekst eerder dan de tekening . Als ik niet direct op een goede zin kom schrijf ik toch wat op. Want als je blijft hangen om op een betere zin te komen stagneert de stroom. En zo werkt het ook met de schetsjes. Eerst een aanduiding, later meer uitgewerkt. Snel tekende ik de yoga juf voor haar laptop. En dat Minnie maffe yoga houdingen aannam was al vanzelfsprekend. Maar er was  nog iets extra’s nodig. Iets visueels.

 

Tijdens wandeling door de stad  enkele weken daarvoor  had ik  een leuk voorwerp gezien bij een winkel vol alternatieve snuisterijen. Het was een klein houten paaltje, een boomstammetje waarin een gezichtje in uitgesneden was. Bovendien zat er  een klein steentje in. Het deed me denken aan de bomen uit de nachtmerrie van Sneeuwwitje. Maar vele tekenaars hebben dit soort boompjes getekend, denk maar aan Anton Pieck.  Ik vond het een leuk hebbeding. En weldra stond het boomstammetje in mijn huiskamer, ’s avonds met een kaarsje ervoor kwam het boompje als het ware tot leven.



 

Het zal niemand verbazen dat dit boompje met soortgenoten in de Minnie strip terechtkwam. De yoga juf omgeven met de boom-spirits leverde  een mooi openings- plaatje op, bovendien bracht het mij op ideetjes voor de rest van het verhaal.

 

Met de Disney karakters gaat het schrijven vaak als vanzelf.  De slome (Goofy) de slimme(Mickey) de boef (Boris), het zijn allemaal archetypes. Maar er is meer nodig.  . Een reden dat de boef wat steelt. Dat is vaak iets waarde. En dat kan van alles zijn. De schat, het geheim, de formule.  In dit geval was het het steentje in de boomspirit. Verder is er mysterie nodig. De yoga juf was verdwenen! Ziezo. Ook afgestreept. Verder nog wat spanning tussen man en vrouw. (Minnie en Mickey ) Ze  troeven elkaar af  om het mysterie op  te lossen. Klaar? Nee!  Het lastigste is dan nog de indeling. Wanneer gebeurt wat. Passen alle scenes binnen de ruimte van 5 pagina’s? Zijn alle teksten wel leuk genoeg?

Het is allemaal gelukt. Mede dankzij de boomspirits is dit een geslaagd verhaal geworden. En toen mijn verhaal ook nog eens heel fijn getekend was door tekenaar Thomas Cabellic was ik  een tevreden mens.

vrijdag 28 mei 2021

Succesverhaal.




In het tijdschrift Katrien Duck nr. 5 van 2021 verscheen een nieuw verhaal van Lizzy Juultje en Babetje, de nichtjes van Katrien. Een vers stripverhaal ondanks de vermelding achterop het blad dat de verhalen in deze uitgave eerder verschenen in 2017. Men kan immers niet blijven recyclen! Gelukkig maar voor ons stripmakers! Ook dit verhaal schreef ik in samenwerking met collega Robbert Damen. Robbert komt 2 dagen in de week naar mijn atelier en inmiddels zijn we al goed op elkaar ingewerkt.

Dit keer werd er met spoed een 12 pagina verhaal besteld. Ons verhaal voor Katrien nr.11/2020 (zie deze blogpost  ) was door de redactie met gejuich en applaus ontvangen. En nu de vraag of wij dit kunstje konden herhalen. De verwachtingen waren ondragelijk hoog.  Bovendien had Robbert het eigenlijk te druk met het schrijven met Roodhaar voor stripblad Eppo.  Ook tekent en schrijft hij prinses Simone voor Tina. Maar desondanks ramde er in no time een plotje uit. Hij wierp een volgetikt a4-tje in mijn gezicht. Aan het werk!

Aan mij de dankbare taak zijn tekst te verdelen in strippagina’s en het storyboard uit te schetsen. Maar ook ik  had het druk!  Ik moest het atelier nog dweilen en de prullenbak  zat vol met afgekeurde scenario's. Pas toen de deadline naderde wierp ik een blik op wat mijn collega geschreven had. Sodeju! Er gebeurde nogal wat! Een schoolreisje naar een museum, heen en weer gereis in de tijd, ziekenbezoek aan de meester. Hoe kon ik dit in godsnaam in 12 pagina’s proppen? Ik vluchtte naar huis om daar de ramen te lappen, te stofzuigen en te dweilen. En zo waren er meer belangrijke zaken die ik als professioneel procastinator te doen had. Tot ik het schrijf en schetswerk echt niet meer kon uitstellen ging ik aan de slag.


 

Prijsvraag. Op welk stripfiguur  is het slurpgeluid  gebaseerd?
Win een gesigneerd exemplaar van Katrien! 



Het voordeel van een getekend scenario is dat je als schetsende schrijver op extra ideetjes komt. Het tekenen van een strip is voor de tekenaar al een hoop werk, dus het is fijn het voorbereidende puzzelwerk te doen. Bij elk eind van de pagina probeer ik het zo in te delen dat de lezer nieuwsgierig blijft het verhaal verder te lezen, een gepuzzel wat het verdelen extra moeilijk maakt. En alles moet er natuurlijk leuk uitzien.  De eerste pagina’s had ik al snel in beeld gebracht tot ik vastliep bij een scene in het museum. De nichtjes kwamen bij een onbestaand apparaat die hun opzoog naar de toekomst. Hoe een onbestaand apparaat in beeld te brengen? 

 

De föhn van Moebius.

Tekenaar Moebius had ooit hetzelfde probleem toen hij een ruimteschip moest tekenen. Hij gebruikte de föhn van zijn vriendin en tekende die na. In de context van het heelal leek het net een ruimteschip. Misschien was het wel zijn eigen föhn gezien de haardos die hij in de jaren 70 had, hoe dan ook, een goede oplossing. dagen later. De telefoon ging. Het was Robbert en vroeg zich af waar ik bleef. Je ligt zeker nog in bed. De koffie is op .Schiet het al op  met het verhaal? " Bijna klaar Robbert! Ik blijf deze ochtend thuis, stofzuigen! Maar ik kom straks de koffie brengen.! "Breng gelijk wat gebak mee riep Robbert en wat lege vuilniszakken".  En hij hing weer op. 

Terug naar mijn werktafel.  Ik besloot een espressoapparaat te tekenen en die op zijn kop te zetten. De Ducktekenaars moest er verder maar los op gaan en wat moois verzinnen. Ik was immers de schrijver. Voor de toekomst scenes verderop in het verhaal google ik wat SF-speelgoed uit de jaren 30. Mooie ronde dingen. Dat past het best bij Disney. Het verhaal was ook al bijna rond toen ik na een weekend doorzwoegen bij de laatste pagina aankwam. De nichtjes die de leraar op zijn ziekbed een bezoek brachten. In 2015 was er niks aan de hand met zo’n scene. Maar in 2021 kunnen mensen het zomaar eens raar vinden als een leraar kleine nichtjes in zijn slaapkamer toelaat. Voor de zekerheid werd het einde veranderd en de zieke leraar in een stoel in de huiskamer gezet. Hij was toch al bijna beter.


Zoek het expresso apparaat! 


De uitgewerkte versie is zeer mooi in beeld gebracht door de  Disney tekenaars . En onze teksten werden netjes geredigeerd. Daar ben je verzekerd van bij Disney. Om onze redacteur te eren zette ik als knipoog de naam van de redacteur op het schoolreis-busje. Of ook dit verhaal weer een succesverhaal is zal nog blijken. We hopen het natuurlijk van harte!


Katrien verschijnt 14x per jaar en is in de meeste tijdschrift winkels te vinden. Je kunt vast oude nrs bestellen mocht je dit nr gemist hebben. Katrien nr 5 2021. Verhaalcode H2020-470 .Lizzy Juultje en Babetje .Werktitel; Katrien als invaljuf .Tekst: Alex van KotenRobbert Damen Schetsen: Carmen PérezTony Fernández Inkt: Comicup Studio


donderdag 15 oktober 2020

TikTok-Zip-A-Dee-Doo-Dah!

Tot mijn grote vreugde werd deze maand in Katrien Duck nr 11 een nieuw verhaal gepubliceerd met Katrien, de nichtjes, Oma Duck, Gijs Gans en Klaartje Kip. En dat alles getekend door de Spaanse tekenaars Jordi Alfonso en TonyFernández.  Dit verhaal heb ik alweer een jaar geleden samen geschreven met Robbert Damen, mijn goede collega die al weer heel wat jaartjes niet alleen voor de Donald Duck werkt, maar ook voor TinaEppo en de StripGlossy. Kortom, een kei om mee samen te werken. 


Onze werkmethode is als volgt. Robbert schrijft in tekstvorm een eerste opzet, een korte inhoud van het verhaal (ook wel synopsis genoemd). Om de beurt verbeteren we deze opzet totdat we tevreden zijn. Het verhaal was ontstaan tijdens een tripje naar Engeland waar we Thought Bubble bezochten, een stripfestival in Yorkshire, samen met onze collega MichielOfferman. Het is dan ook geen toeval dat Katrien met Klaartje Kip een tripje naar Engeland maakt. En het is dan niet geheel toevallig dat Klaartje Kip nogal zenuwachtig is in het vliegtuig. Lezers van mijn blog weten dat ik nogal zenuwachtig kan zijn tijdens het vliegen. En zo zijn er meer geheel toevallig autobiografische elementen in het verhaal terechtgekomen.. 


Als de korte inhoud van het verhaal klaar is, kan het schetsen beginnen. Disney geeft de voorkeur aan geschetste scenario's, strips zijn immers visueel.  De korte inhoud van het verhaal geeft houvast om zo binnen het beperkt aantal bladzijdes te blijven. Korte strips van 2 of 4 pagina's worden direct geschetst. Maar bij een hoger aantal is het verstandig de tekst eerst naar de redactie te sturen. Soms wordt een verhaal vanwege de onderwerpkeuze wel eens geweigerd. En dat zou zonde zijn van al het schetswerk. En een werk is het zeker! In feite is het een storyboard. De schrijver neemt de rol aan van regisseur. Bij de Donald Duck worden scenario’s dus in getekende vorm aangeleverd voordat ze naar de gespecialiseerde Disney tekenaars opgestuurd worden. Robbert en ik hebben ooit geambieerd zelf de verhalen te tekenen, maar dit is toch echt specialistenwerk. Je krijgt er op den duur een snavel van! We maken diverse strips, en het is lastig om stijlvast te blijven. Zo begonnen mijn Pinguins eerder op kleine vrouwtjes te lijken, nadat ik eerst aan een detective met een femme fatale had gewerkt. Een kat lijkt plots een wolfje, en ga zo maar door. 
Het geschetst scenario. 

Bij mijn andere strips (zoals Eppo) vermeed ik zo vaak mogelijk woordgrapjes. Bij Disney is het een must. Robbert kwam met de Ei-pad en Ei-phone. Ik had kinderen eind 2019 al vaag horen praten over TikTok. Het lag voor de hand dit te verbasteren naar TokTok. De app kende ik nog niet. Toen ik me erin verdiepte zag ik niet meer dan korte filmpjes met een muziekje eronder.  Meestal door kinderen gemaakt. Inmiddels is TikTok een van de grootste apps en veel in het nieuws. Wat een geluk dat ik een vooruitstrevende blik had! Maar voor hetzelfde geld was de app alweer even snel verdwenen als 'ie gekomen was. Door de Zipper Challenge opTikTok kwam ik op een extra ideetje. Bij het gespeel met de ritsluiting liet ik de nichtjes Zip-a-Dee-Doo-Dah zingen, een quote uit de "banned" Disney film "Song of the South". Helaas sneuvelde deze knipoog, en ik vind het ook wel begrijpelijk. Net als andere grapjes die gesneuveld zijn. Het hoort erbij als je samen aan iets werkt.




 Het maken van Disney strips is teamwork en dat bevalt mij zeer goed. De tekstredactie verbetert op vele punten het script en er worden vaak nog grapjes aan  toegevoegd. Het is fijn dat alles goed nagelopen wordt. Als ik schrijf ben ik vooral creatief bezig en let ik minder op de interpunctie. Door het scenario   uitgebreid voor te schetsen scheelt het de tekenaars ook weer een hoop gepuzzel en denkwerk.  Het is makkelijker een sfeer of situatie te tekenen dan deze te beschrijven. De tekenaars doen er vaak nog een schepje bovenop als je het al goed visueel hebt voorbereid. Vervolgens is er ook nog een tekenafdeling op de redactie die het tekenwerk dat aangeleverd is nakijkt. En zo wordt alles steeds weer beter en beter voordat de boel uiteindelijk netjes gedrukt en afgewerkt bij de lezer komt. Inmiddels smaakte deze samenwerking met Robbert zo goed dat er nog meer moois in vooruitzicht is. Maak jullie (eenden)borst maar nat!

woensdag 12 juni 2019

Hansje


Op een mooie dag werd ik benaderd door de plaatselijke creatieve ondernemer Han Bouwens van Albert Heijn of ik een boodschappentas wilde ontwerpen. Dat is het soort van opdracht waar een tekenaar graag ja op zegt. De vormgever was een oud Eppo-lezer. Allen waren rond dezelfde leeftijd, dus we konden het al snel met elkaar vinden. De tas kreeg twee zijdes met een verschillende afbeelding: een voor het filiaal in Haarlem, de ander voor het filiaal in het nabijgelegen dorp Spaarndam.
Ook mijn kat was tevreden met het ontwerp van de boodschappentas. 

Als Haarlemmer kom ik vaak in Spaarndam. Het is een stief kwartiertje fietsen (met tegenwind een uur) en soms wandel ik er zelfs naar toe. Je waant je direct op vakantie. Vooral als je er op zomeravonden een terrasje pakt. Striptekenaar Willy Lohmann van wie ik ooit op deze blog wat strips plaatste woonde er in de buurt, en bestierde er de plaatselijke kunstvereniging. Ook maakte hij tekeningen over de geschiedenis van het dorp. Deze zijn te bewonderen op de website van de Historische Werkgroep Spaarndam .

Spaarndam is bij Amerikaanse toeristen in trek omdat er een standbeeld staat van het jongetje die zijn vinger in de dijk stak en daarmee het dorp van de watersnood redde.  Het verhaal over het jongetje en zijn vinger is ooit uit de duim gezogen door een kinderboekenschrijfster. Velen geloven echter dat het een waargebeurd verhaal is. Wie Hans Brinker googelt struikelt over het aantal boeken dat ooit uitgebracht is. Ook is het verhaal diverse malen verfilmd. Zelfs Disney heeft zich er mee bemoeid. De oorspronkelijke titel is Hans Brinker and the silver skates. Het speelt zich af in een soort Amerikaanse fantasie van hoe Nederland zou zijn. Een fake-Holland. Het barst er van de windmolens en de mensen spreken een soort brabbelduits.

Het grappige is dat de jongeman die zijn vinger in de dijk steekt Peter van Haarlem heet. Maar iedereen noemt het beeld Hansje Brinker.  De beroemde scene is slechts een hoofdstukje uit het boek. Maar de vinger in de dijk spreekt tot de verbeelding en dus boekdelen. En daarom is het een iconisch beeld geworden. 
Scene uit de Engelstalige versie. Met de Opa van de opdrachtgever die een melkzaak had in het dorp Spaarndam .


Uiteraard moest Hansje op de tas afgebeeld worden. Maar de chauvinistische entrepreneur had nog een andere droom. Een eigen versie van Hansje Brinker uitgeven. Ooit was er al een poging gedaan om een boekje te maken. Ik kreeg de meest afschuwelijke digitaal vervaardigde 3d afbeeldingen onder ogen. Geen wonder dat dit project een zachte dood was gestorven. Veel te computerig. Een Hansje pop, ooit vervaardigd voor allerlei feestelijkheden, was in allerlei standen gefotografeerd, voor mij een handige referentie om het figuurtje in de vingers te krijgen. Vervolgens tekende ik met mijn Wacom tekentablet leuke illustraties die eruit zagen alsof ze met pen en inkt vervaardigd waren... Een tas was zo gedaan, maar een boekje was andere koek. 

Het boekje zou gepresenteerd worden tijdens de opening van een nog te bouwen supermarkt filiaal. De bouwvakkers moesten een heel gebouw neerzetten, en ik een boekje tekenen. De deadline was nog ver weg aan de horizon. Regelmatig fietste ik naar het dorp en kon met gerust hart een biertje drinken. Er waren immers slechts wat in de grond geramde palen zichtbaar, en enkele maanden later pas een betonnen vloertje.  Als professioneel uitsteller kwam ik langzaam op gang. En volgens de wet van Murphy kwamen er plots nog wat andere tijdrovende klussen op mijn pad. Ik hikte zoals gewoonlijk op tegen de eerste pagina. Mijn truc was om dan maar met pagina 2 beginnen. Voorzichtig vroeg ik aan mijn collega of hij kon assisteren bij de klus. Dat wilde hij wel, gezellig samenwerken.  Een door mij geschetste pagina 2 zette hij rap en vaardig in inkt. Dat scheelde de helft van de tijd.  Dat ging snel. Vlug holden we naar een terrasje om op dit succes te klinken. Het werk kon wachten. 

Op een van de tekeningen kwam de sluis van Spaarndam voor. Op een avond fietste ik naar Spaarndam om te kijken hoe het kreng er in werkelijkheid uitzag. Gek was ik geworden van de details. Van rap en vaardig was er even geen sprake. Mijn collega had ook even ander werk. Onderweg kwam ik langs de bouwput, ik viel bijna van mijn fiets! Er stonden al muren overeind en al een week later zat er ook een dak op. Het bouwen van een gebouw was eerder gedaan dan een kinderboekje tekenen. Gelukkig ging mijn vriendin een paar weken naar India, dus kon ik dag en nacht ouderwets doorwerken met niets anders dan Hansje aan mijn hoofd. Ik kreeg de smaak te pakken en rukte mijn tekenwerk onder de handen van mijn hulpvaardige collega vandaan. 
Het kostte me immer ook de helft van de gage. Nee, ik kon het wel alleen af. Al gaf hij nog wel onbetaalbare adviezen. 


Een sluis tekenen is niet eenvoudig. De man met de tekenmap is een knipoog naar stripmaker Willy Lohmann. Ook de andere figuren in de tekening zijn gebaseerd op bestaande Spaarndammers...


Bij elke vergadering met de schrijfster van het boekje, Sheila Tramper, leek het verhaal langer te worden. Ook de opdrachtgever wist het verhaal uit te breiden met "weet-je-weetjes en wist-je-datjes. Ken je het verhaal van Klaas van Kieten? En wist je dat Godfried Bomans hier in de Stompetoren heeft geslapen? 

Een historische werkgroep werd bij het project betrokken om te kijken of hetgeen erbij verzonnen werd wel klopte met de historische werkelijkheid. Bovendien kwam er een landkaartje achterin het boek om de toerist te wijzen op plaatselijke lekkernijen zoals paardenworst, kaas en paling. Als het bouwbedrijf nog een villawijk naast de supermarkt had gebouwd waren ze nog eerder klaar geweest dan ik met het boekje, maar uiteindelijk was het tekenwerk gedaan. 



Een van de eerste edities van het boek uit het begin van de vorige eeuw.
De Nederlandse editie vers van de pers. Het schutblad is in de kleuren van de Spaarndamse vlag. 


Het nieuwe filiaal werd geopend en het boekje gepresenteerd. Het hele dorp liep uit met mijn boodschappentas in de hand. De boekjes vlogen weg, ook omdat sommigen dachten dat het gratis was. Maar nee, het is toch echt te koop. In het dorp Spaarndam, en wie niet in de buurt woont kan online de gedane arbeid bewonderen…bestellen maar! En oh ja, ook de Amerikaanse toeristen kunnen het boekje lezen, want er is ook een Engelstalige versie!


De Engelstalige editie van Hansje en het gaatje in de tijd. 

maandag 26 februari 2018

The Maz-ster


Dick Bos is een stripklassieker die behoort tot het Nederlands cultureel erfgoed. Dat hij grofweg 80 jaar na zijn eerste optreden nog steeds springlevend is zegt toch wat over de kracht van de creatie en het talent van zijn schepper Alfred Mazure, kortweg Maz.

Stripmakers van nu worden nog steeds door Maz geïnspireerd. Ja, ook de jonge generatie die met zijn werk kennismaken dankzij bijvoorbeeld Facebook. Bijvoorbeeld schetsers die in de reklame werken.  En wat te zeggen hiervan; er zal rond 2020 een Dick Bos tv-serie op de buis verschijnen. Toch wil ik het juist niet over Dick Bos hebben, maar over de andere strips van Mazure. De opvolgers van Dick Bos zeg maar.

Hoe kan het nu dat een striplezende jongen zoals ik in 1979 zonder internet zo'n Nederlandse strip uit 1941 leuk ging vinden? Omdat de strip goed is natuurlijk. Maar ja, je moet wel weten dat ie bestaat! Dat wist ik dankzij ene Kees. 

Een van de eerste boeken over strips. Vroeger bestond er geen internet waar je je informatie uithaalde, je moest ervoor naar buiten, naar een ander gebouw dat bibliotheek genoemd werd.

Kees Kousemaker opende in Amsterdam het allereerste stripantiquariaat van Nederland. Hij schreef met zijn vrouw het boek Strip voor Strip. Dat boek kwam in vele bibliotheken terecht. En ik kwam weer bij de bibliotheek om een werkstuk te maken over strips. Ik wilde over Suske en Wiske, Kuifje en Robbedoes schrijven, maar wacht! Wie is dat? Dick Bos!?  Door ene MAZ.

De klassieke Dick Bos uit de jaren veertig. 1 plaatje per bladzijde, een boekje op het formaat van een pakje sigaretten.
Teksten in de oude spelling in typeletters, dat maakt het extra leuk,

Dick Bos was niet zo oubollig als die andere Nederlandse klassiekers. Deze strip was veel filmischer en met tekstballonnen (net als bij die Belgische strips)! Deze tekstballonnen stonden ook nog eens vol met gevatte teksten.  Een heel verschil met het jongensboeken proza uit Kapitein Rob en Eric de Noorman.

Inmiddels was het 1989. In oude boekwinkeltjes en op beurzen verzamelde ik al snel mijn Dick Bosjes bijeen. Dat de strip in boekjes met een plaatje per bladzijde werden uitgegeven ter grootte van een pakje sigaretten maakte ze extra aantrekkelijk. Dat heeft niks tabak te maken. Een plaatje per bladzijde versterkt het filmidee. Ik had overigens voorkeur voor de mooier getekende Dick Bos uit de jaren 60 die ook een beetje op James Bond leek. Maar daarover later.

Op de beurzen duwde ik zestigers omver, die met een mancolijst ook op jacht waren naar dat ene ontbrekende boekje uit hun jeugd. Ik ging over lijken, maar op een gegeven moment had ik alle 72 verhalen compleet. Het werk van Mazure had mij in de greep, zoals alleen iemand dat met de zwarte band kan doen. Had die man maar meer gemaakt. Welnu, dat had ie.

Alfred Mazure heeft meer gemaakt dan Dick Bos alleen en  dat wordt nog wel eens vergeten door andere enthousiaste Maz-fans. Keer op keer gaat het weer over hetzelfde.  Jammer, het doet het oeuvre van Mazure te kort.
Dick Bos boven uit de jaren 40. Onder uit de jaren 60
Dat hij veel meer gemaakt heeft is ook te zien aan de verschillen in tekenstijl tussen de twee series van Dick Bos. De eerste serie verhalen verscheen in de jaren 40. De andere serie verscheen in de geheim agenten hype in de jaren zestig, veroorzaakt door het succes van James Bond. Maz emigreerde vlak na de Tweede Wereldoorlog naar het land van James en ging werken voor de Engelse kranten. Daar ontwikkelde hij diverse opvolgers van Dick Bos.

Sam Stone (Dick Bos 2.0)
De eerste strip na Dick Bos had een soortgelijke korte krachtige naam: Sam Stone. Sinds kort zijn deze strips te bekijken via de Britse Krantenarchieven. Normale mensen duiken de archieven in voor stamboom onderzoek, ik ga stripjes kijken. Jammer genoeg zijn het ingescande microfilms. Dus het tekenwerk is niet optimaal te bewonderen, maar de verhalen zijn te lezen.

Sam Stone. In het begin lijken de avonturen van deze Sam Stone nog op de oude Dick Bos. De tekenstijl sluit aan bij de laatste avonturen van Dick Bos.  Zelfs de ballonstaartjes zijn nog hetzelfde (een nerdachtige opmerking, ik geef dat toe).

Interessant is het verhaal Honeymoon Murder. Dit verhaal speelt zich af in een Kasbah. 'Een verdedigbaar bouwwerk in een stadsdeel' verteld Wikipedia mij. Bijna iedere nederzetting in Marokko en Algarije heeft haar eigen Kasbah. En Kasbah was de titel van het laatste avontuur van Dick Bos wat nooit verschenen is. Ik denk dat dit avontuur van Sam dus een bewerking is van dat verhaal dat nooit gekomen is.

Aankondigingsstrook, van The Peddlers of Doom. In het verzinnen van pakkende titels was Mazure altijd al sterk.

Later zijn de Sam strips meer als een soort detective films. Vooral het verhaal The Peddlers of Doom (krachtige titel) wat over drughandel gaat en in de USA afspeelt doet erg denken aan een Amerikaanse film noir. Ik vind Sam Stone een goede strip. De toon is wat harder. Na een X- aantal avonturen creëerde Maz echter een andere strip voor de Daily Herald.

Let me teach you some Jiu-Jitsu !
Bruce Hunter (Dick Bos 3.0)
Ook met dichtgelopen lijnwerk te bewonderen via het online kranten archief is Bruce Hunter. Is Sam Stone als een boevenfilm, de Bruce Hunter-strip lijkt op een Engelse detectiveserie die je nu zoveel op tv ziet. De toon is veel lichter dan Sam Stone. Wellicht had Mazure, die met depressies kampte daar behoefte aan?
Pixie en Pepper op vakantie met Bruce in Frankrijk.

Bruce is wat ouder en hij heeft twee assistenten. Een man met een bril die Pepper heet en een fris leuk meisje genaamd Pixie. (zie hierboven). Ikzelf moet denken aan de tv serie Foyles War. Waar die constructie van een drietal die een zaak oplost ook bestaat, maar er zijn vast talrijke andere voorbeelden. Bijna alle verhalen van Bruce (op 2 na dus) zijn in de jaren 60 gerecycled als Dick Bos verhalen (hieronder).

6 van de 8 verhalen van Bruce Hunter recyclede Maz in Dick Bos verhalen. Zie de overeenkomsten.

Romeo Brown (Dick Bos 3.0)
Na Bruce Hunter stapte Mazure over naar een andere krant en begon opnieuw een andere detective strip. De toon werd NOG lichter. Bijna een humorstrip. Tijd voor een antiheld. Romeo Brown loste eerder per ongeluk de zaken op. Ook omdat zijn hoofd regelmatig op hol werd gebracht door zeer mooi getekend vrouwelijk schoon.


Italiaanse uitgave van de Engelse krantenstrip Romeo Brown van de Nederlandse Alfred Mazure.
De strip was zeer populair maar toch stopte hij na enkele jaren. Een andere tekenaar zette Romeo Brown nog voort (Jim Holdaway). In Italië is de strip compleet uitgegeven. Wie het Italiaans niet machtig is kan wederom gaan grasduinen in het Brits Archief. Dit keer in de kranten van The Daily Mail.

In één van de avonturen van Romeo Brown speelt Maz ee als boef. Later zal hij zichzelf in Dick Bos opnieuw  een rol als gemenerik geven.

Carmen and Co
Terwijl in Nederland Tom Poes en Bommel het donkere bomen bos inliepen en Kapitein Rob weer eens het ruime sop koos ontwikkelde Mazure weer een strip voor een andere krant. Dit keer over twee sexy vrouwelijke detectives. Oh la la, dat is nog eens wat! Zijn stijl werd steeds sexier. Helaas voor de hijgers is de krant waar deze dames in staan niet online te bekijken. Gelukkig kreeg ik via stripkenners Rob van der Nol en Wim Kiefer originelen onder ogen.

Een fragment uit Carmen en Co. De tekenstijl is zeer verwant aan die van Alex Raymond die detective Rip Kirby tekende. Eerder verzon Alex Raymond Flash Gordon. Talrijke tekenaars zijn beinvloed door Raymond. Maz ook.  Raymond werd steenrijk van zijn strips.(ja, dat kan!)  Hij kwam te vroeg om het leven door een ongeluk met zijn Mercedes sportwagen.  Zelfs daar wordt een strip over gemaakt.


Jane
Het (typisch Britse) pin-up gebeuren was Maz inmiddels op het lijf geschreven. Tekende hij in de jaren veertig bij Dick Bos nog lelijke vrouwen, nu stond hij bekend als 'girlie-artist'. Geen wonder dus dat hij een vervolg ging maken op Jane, de beroemde Engelse pin-up strip van Norman Pett (van deze strip is zelfs een tv serie gemaakt). De strip van Maz heette voluit Jane, Daughter of Jane. De opzet van de oorspronkelijk strip Jane lag in het feit dat ze in elk verhaal op allerlei manieren haar kleding verloor. Dat was in de oorlogsjaren een recept voor succes. Later was dat toch ietwat passé. En nu in 2018 zou dat al helemaal niet meer in de krant komen.

 


De laatste stroken van Jane, Daughter of Jane. De toon van de strip is leuker met  minder pin-up gedoe. Het uiterlijk is langzaamaan veranderd in een gewoon meisje. Jane is bijna al de secretaresse van Dick Bos, Sheila.
Jane is veranderd in Sheila.
Met deze strip zijn we dan eindelijk aanbeland bij de Dick Bos uit de jaren 60. Dick Bos is dus stukken beter getekend en heeft een secretaresse Sheila. Een kopie van Jane, geen pin-up. Een leuk fris meisje. Het zou je zus kunnen zijn. Het uiterlijk van deze zus is gebaseerd op Elly Mazure, de dochter van Maz. Ze poseerde regelmatig voor de strips. Er bestaan ontroerende foto's van.

Dick Bos zelf is steeds meer een soort geheim agent à la James Bond. Dit is mijn favoriete Dick Bos. De tekeningen swingen de pan uit, er zit humor in. Het is spannend. De karakters zijn goed. Het heeft alles wat een goede strip moet hebben. Bedenk dat Mazure zijn strips geheel alleen schreef en tekende zonder assistentie. Dat maakt alles nog knapper. Tussendoor deed hij ook nog illustratiewerk voor boeken, schreef boeken en, oh ja, hij ging ook nog eens animaties tekenen.

Mazure animeerde in een soort stop motion techniek een heel verhaal van Dick Bos. Hij tekende en kleurde het verhaal De Koning van Malta opnieuw met waterverf.


Het is jammer dat Dick Bos stopte zo rond mijn geboortejaar, 1967. En het is nog veel jammerder dat Alfred Mazure veel te jong stierf in 1974. Maar zijn creaties zijn onsterfelijk zegt het cliché, en het is niet voor niks een cliché.

Dick Bos in 2018 en verder...
Goed, we zijn inmiddels 50 jaar verder. Hoe vergaat het Dick Bos in deze eeuw? Word ik - die inmiddels grijs aan de slapen geworden is - op de Comic-Cons al omver geduwd door jochies op zoek naar Dick Bos? Is hij nog net zo levend als James Bond? Jazeker!

In de jaren negentig inspireerde de jaren veertig Dick Bos de tekenaars Windig en de Jong (bekend van de succesvolle stripkat Heinz) tot de parodie Dick Bosch 

Maar de strips van Dick Bos weten ook buitenlanders te inspireren. De Oostenrijkse striptekenaar (ja, ook daar leven striptekenaars!) Nicolas Mahler bezocht in Haarlem de stripdagen en raakte gefascineerd door de kleine boekjes die hij bij de kraampjes zag liggen. Hij maakte als eerbetoon een eigen versie genaamd Dick Boss.


Van al de klassieke Nederlandse strips zoals Tom Poes, Kapitein Rob, en Eric de Noorman zijn mooie heruitgaven verschenen. Ook Dick Bos werd in kunstleder heruitgeven en vond gretig aftrek in de bejaardentehuizen waar de schooljongens van toen elkaar met jiu-jitsu grepen uit de rolstoel gooien. Maar juist die oude kleine boekjes hebben de charme wat mij betreft, dat is Dick Bos. Nee, dan begreep een Brusselse uitgever het onlangs beter. Hij maakte vorig jaar een herdruk die te krijgen was in een trekautomaat. Dick Bos! Gezonder dan sigaretten!
Bekend is dat hele scenes uit Paul Verhoeven's Basic Instinct uit Dick Bos komen. Verhoeven verteld dat zelf in de documentaire Dick Bos weer in actie uit 2004. In Soldaat van Oranje zit overigens ook een knipoogje naar Dick Bos, als Jeroen Krabbé zijn eigen spiegelbeeld aan flarden schiet.
Toneelgroep Beumer & Drost maakte een filmische theaterthriller met Dick Bos en zijn schepper Alfred Mazure in de hoofdrollen. En momenteel wordt er zoals ik hierboven al meldde door Burny Bos (!) een TV-serie ontwikkeld die gepland is om in 2020 op de buis te verschijnen.



Ik sluit af met een nieuwtje. Een heuse scoop op mijn blog! Ook bij de komende Stripdagen in 2018  is Dick Bos aanwezig. Heel groot. Blow ups van Dick Bos tekeningen zullen geëxposeerd worden bij Studio de Burgwal. Daar kan Roy Lichtenstein een puntje aan zuigen. Ze hangen daar samen met blow ups van mijn eigen detective Nick Name. Nick Name heeft vele inspiratiebronnen, maar er zitten knipoogjes naar Dick in Nick. Hang ik samen met Maz aan de muur. Ik had had het niet kunnen verzinnen in 1979, op mijn 12de, toen ik voor het eerst Dick Bos zag in het boek van Kees.

Bruce Sam of Dick? Nee het is Nick, mijn eigen detective. See you at the Stripdagen!



woensdag 31 januari 2018

Scenarix




Onlangs kreeg ik een reisje Parijs cadeau. Een bijzonder aardig gebaar van een gepensioneerd architect die striptekenlessen bij mij volgde. Het reisje stond in het teken van een bezoek aan de tentoonstelling over strip-schrijver René Goscinny, of scenarist zoals dat zo mooi heet. Zelf ben ik zowaar ook een echte scenarist bij het tijdschrift Eppo. Al verdien ik al sinds mijn 20ste geld met het tekenen van cartoons en stripverhalen, bij Eppo word ik vooral gezien als schrijver. Gelukkig ben ik bij de StripGlossy auteur. En bij het verpleeghuis waar ik op vrijdag werk receptionist. En als ik striptekenles geef blijkbaar docent.
Maar goed, ik dwaal af.

Schrijvers werden vaak ondergewaardeerd bij de strip. Namen van stripschrijvers werden vaak niet eens genoemd. Goscinny bracht daar verandering in. De tekenaars zijn net als de zangers van een band degene die in de spotlights staan, maar wat is een strip zonder goed verhaal? Rene Goscinny werd wereldberoemd als de bedenker van Asterix en Lucky Luke en niet te vergeten Petit Nicolas.
De man heeft ontzettend veel geschreven. En dat alles is te zien op deze prachtige Expo. Ja, de strip wordt gewaardeerd in Frankrijk, al verdient 53% van de tekenaars momenteel nog minder dan het Franse bestaansminimum. Over de Nederlandse situatie heb ik het maar even niet.


Tekenwerk van Goscinny, de detective Dicky Dicks. Er bestaan 120 pagina's van .
Wat sommige mensen niet weten is dat Goscinny ook strips getekend heeft. Ik vond het heel erg leuk om te zien. Helemaal niet zo slecht als zijn biograaf beweerd. Pas mal, zei Goscinny er zelf over.  Niet slecht, maar anderen kunnen het beter, was de strekking. En bovendien vond hij het schrijven leuker (?). De tentoonstelling hangt dan ook vol met al het werk van die mannen die het beter konden. Originelen van Uderzo zijn te bewonderen, van Morris, Franquin, Sempé en ga zo maar door.

Uiteraard kun je met je neus bovenop het werk van Uderzo gaan staan om het prachtige inktwerk te bewonderen. Zo kun je goed zien dat de neus van Asterix uit 2 penseelstreken bestaat. Eentje van onder, de ander van boven. Inkten is als kalligraferen. 

Eén van de leuke dingen voor mij, was een proefontwerp van het tijdschrift Pilote. (Goscinny richtte het blad met een paar anderen op, en was hoofdredacteur). Dit ontwerp van het later zo beroemd geworden tijdschrift (de strip Asterix debuteerde in dit blad) stond vol met onbekende nooit verder uitgevoerde strips. Daarbij zat een onbekende pagina van Franquin! Ja, mijn favoriete tekenaar (ja, die tekenaars, dat zijn verdomme echte sterren).

De strip gaat over een stripheld op zoek naar een bijbaantje. Receptionist? Nee, assistent voor een professor. Het is tenslotte een strip. Diverse plaatjes waren op het ontwerp geplakt, een strook op de voorzijde van het blad, een vervolg op de laatste pagina. Uit alle losse en dubbele plaatjes heb ik de strip kunnen reconstrueren. Die hieronder te bekijken is. Later kwam ik erachter dat de strip onder de naam Mimile al in een ander nooit van de grond gekomen blad had gestaan.

Voor wie de Franse taal niet machtig is, een uit de losse pols vertaling; Francinou is door zijn laatste geld heen (er staat letterlijk, ik ben op klompen naar de stad gekomen, nu loop ik op pantoffels). Hij heeft dus dringend een baantje nodig. Plaatje 2. Zijn oog valt op een advertentie waar een jongeman gevraagd wordt om in dienst te treden bij de uitvinder Mr Pabeau (een woordspeling van Goscinny, het betekent "niet mooi"). De uitvinder zoekt een multifunctioneel persoon; een  monteur/lijfwacht/secretaris. Plaatje 3. Francinou komt bij het adres. Ik hoop dat ik zaken kan doen met die Monsieur Pabeau. Plaatje 4 spreekt voor zich. Plaatje 5. De uitvinder roept, Wauw! wat een start! Wat een kracht. Jammer dat ik vergeten was de garage deur te openen! Plaatje 6. Ah jongeman, was u het die aanbelde? Ik deed net de deur open. Francinou antwoordt dat hij voor de sollicitatie komt. Plaatje 7. De uitvinder springt enthousiast uit zijn auto; Je bevalt mij, slimme knul. Je bent aangenomen! Ik? Ah, bedankt mijnheer Pasbeau. Laatste plaatje; De uitvinder zegt: Kijk dit is mijn werkplaats, om te beginnen moet het een beetje opgeruimd worden. Dan kunnen we ons daarna op mijn uitvindingen concentreren.

Oké, op naar de tentoonstelling in Parijs dus. Om al dat moois te bewonderen. Hij is er nog tot 4 maart. En denk nu niet; benjemal, helemaal naar Parijs. Geef jezelf een dag vrij! Pak de TGV. Je bent binnen 3 uur op Gare du Nord. Drink buiten het station even koffie of witte wijn. Schrik niet van een ontploffings-geluid zoals ik. Het is slechts een achtergelaten koffer die voor de zekerheid wordt opgeblazen. Pak na de koffie (of het pilsje voor de schrik) lekker de metro. Twee stopjes maar, en je wandelt rustig naar het Musee d'art et d'histoire du Judaisme. Laat de tassencontrole je welgevallen en ren nu niet gelijk naar de museumshop met de o zo mooie boeken, maar bekijk die tentoonstelling! Je hebt immers tijd zat. Je hebt daarna nog zeeën van tijd over om door Parijs te kuieren. Koop macarons voor je vriendin of een stripboek voor je vriend. En dan op je gemak raast de TGV je weer naar huis. Moe maar voldaan kom je thuis. Bladerend in de catalogus van de tentoonstelling. Had je daarvoor nu helemaal naar Parijs gemoeten? Ja!